top of page

ARTISTIEK PEDAGOGISCH PROJECT

1.       Algemeen

De Gemeentelijke muziekacademie van Sint-Pieters-Woluwe, een instelling voor deeltijds kunstonderwijs in het kader van de complementariteit  aan het leerplichtonderwijs en de permanente vorming.

Gelegen midden in de grootstad vlakbij de terminus van een metrolijn, draagt de Gemeentelijke muziekacademie van Sint-Pieters-Woluwe bij aan de kunstzinnige en culturele ontplooiing van de Vlaamse gemeenschap te Brussel.

De artistieke traditie van de Oostelijke Brusselse Agglomeratie is inderdaad zeer uitgebreid, ook op muzikaal gebied, gezien de aanwezigheid van vele diplomatieke zendingen en het groot educatief en cultureel aanbod in het Brussels Gewest. Er is ook een rijk verleden naar de wereld van de amateurkunsten toe.  Naar aanleiding van de grondige demografische verschuivingen van de laatste eeuw speelde de muziekacademie een belangrijke rol bij het in stand houden, bundelen en in werkbare banen leiden van dit erfgoed, en dit in de meest verscheiden geledingen van de maatschappij te Brussel en daarrond.

Mettertijd slaagde de muziekacademie met haar culturele uitstraling erin een onmisbare aanvulling te worden voor bijna elke vorm van muzikale vorming in de oostelijke Brusselse agglomeratie, dankzij de vaste wil van de gemeentelijke overheden, de gewestoverheden en de directies om kwaliteit en democratisering van het kunstonderwijs samen te bundelen.

Elk jaar worden er nieuwe leden voor het verenigingsleven afgeleverd, dat op die manier nieuw bloed krijgt. Jonge en minder jonge muzikanten worden aldus gevormd door professionelen.  De muziekverenigingen zijn zich ook bewust van het wederzijds belang en van het nut van goede werkplannen en sturen hun leden naar de academie.

Ook in de wereld van de woordkunst zijn er nogal wat verenigingen (theater Lamb, Elckerlyc, Stokkels toneel) waarnaar vele leerlingen en oud-leerlingen van de muziekacademie hun weg gevonden hebben.

Hechte banden werden gesmeed tussen lokale entiteiten (gemeentediensten, verenigingen, maar ook culturele centra, onderwijsinstellingen van alle niveaus en netten) en de academie waarvan de leerlingen regelmatig opgeroepen worden deel te nemen aan verscheidene evenementen voor muzikale prestaties van allerlei aard (kamermuziek, presentaties, jazz, animatie…).
Bijzonder vermeldenswaard is dat de leerkrachten zelf ook hun talent en dynamisme hierbij ten dienste van de gemeenschap stellen. Dit houdt zeer vaak in dat het zeer divers patrimonium aan infrastructuur nu reeds op de meest efficiënte manier gebruikt wordt.  Hiertoe behoort onder meer het vermaarde Kleukerorgel, uit de kerk van O. L. V. van Genade in de wijk Vogelzang, (gelegen naast de pauselijke nuntiatuur) dat tot de grootste van het land behoort.

De academie is bij uitstek pluralistisch en is mettertijd ook tot een intensieve partner geëvolueerd voor permanente vorming ten dienste van het verenigingsleven. Op die manier worden nog meer dan vroeger aan de jeugd kansen ter ontplooiing geboden in een sfeer van verantwoordelijkheid, samenhorigheid en actieve deelname aan het maatschappelijk keven.

​

2.       Muziek, woord en dans als expressievormen

Meer nog dan kunst in het algemeen zijn muziek, woord en dans zeer sterke expressievormen om een schoonheidservaring over te brengen op een publiek. Sedert onheuglijke tijden genieten muziek, woord en dans bij de mens een bevoorrechte status bij het vervullen van een behoefte aan expressie. Deze kunstvormen verkregen dan ook de mogelijkheid om intermenselijke verstandhouding, wederzijds begrip, maatschappelijk evenwicht en integratie te stimuleren.

“Weten doe je nooit alleen”: het muziek- woord- en dansonderwijs moet leerlingen op efficiënt wijze een instrument aanreiken om een talige en niet-talige interactie met hun omgeving te bewerkstelligen.

De academie stelt zich eveneens tot doel om het cultureel patrimonium aan muziek- en woordkunst te steunen, enerzijds door het te verrijken en te activeren en anderzijds door het voor een groter publiek toegankelijk te maken vanuit een democratische bekommernis (compositie, creaties, improvisatie, concerten, voorstellingen…). Hiertoe worden creativiteit en zelfexpressie bijzonder aangemoedigd.

Los van het werk dat elke klas afzonderlijk verricht, organiseert de academie elk schooljaar verscheidene optredens, zoals het traditionele laureatenconcert, klasaudities die ook interdisciplinair kunnen zijn, concerten per vestigingsplaats en allerlei activiteiten van diverse ensembles: strijkensembles, een harmonieorkest en kleinere blazersgroepen, kooroptredens... Regelmatig genieten deze activiteiten ook een zekere weerklank in de lokale pers. In het bijzonder is onze academie reeds enkele jaren de voortrekker van de organisatie van de "startavond van de DKO-dag”, die in samenwerking met steeds meer Brusselse academies traditioneel plaats vindt in de gotische zaal van het historische stadhuis te Brussel.

​

3.       Microniveau - de opleiding van de leerlingen

De muziekacademie dient de uitstraling van de grote componisten en literatoren uit het verleden, maar ook die van de hedendaagse componisten en schrijvers, vaak op aansporing van de leerlingen zelf. De cursussen AMC, luisterpraktijk, muziekgeschiedenis en repertoirestudie zijn bijzonder geschikt om de diversiteit van het hele spectrum van muziek en literatuur te leren kennen, zowel naar zijn invloed op het dagelijks leven toe als vanuit de uitdaging om het doorgronden van een hoogstaande inhoud bij de leerling te ontwikkelen.

Naargelang de evolutie van de moderne technieken die ook het dagelijks vrijetijdsgebruik van de leerlingen beïnvloeden dienen ook soms de motivatiemechanismen van de leerlingen aangepast te worden. Waarden als inspanning en doorgedreven studie, vaak van redelijk lange duur, dienen door de leerkracht kunnen aangebracht te worden in de hernieuwing van zijn/haar pedagogische benadering. Het leren appreciëren van literatuur en klassieke muziek leert de leerlingen ook iets nieuws te ontdekken en daar een gezamenlijke identiteit uit te distilleren.  

Naast een specifiek technische vorming, gesteund door evaluaties per trimester dienen de leerkrachten ook een artistieke cultuur en esthetisch gevoel uit te stralen. Het opvoeden van de leerling tot zelfstandige kunstbeoefening en expressie is hierin vervat. De leerdoelen per graad (lagere, middelbare en hogere graad) houden in dit licht rekening met de aanleg, de bekwaamheid, de inzet en de vorderingen van de leerlingen. Om de leerling toe te laten elk van deze hoedanigheden te ontwikkelen kunnen de volgende onderwijsdoelen gesteld worden:

  • ​onderwijs verschaffen via verschillende leertrajecten
  • diversificatie van taken en studietrajecten in een sfeer van wederzijdse verantwoordelijkheidsontwikkeling
  • ontwikkelen van solidariteitsgevoel

​

4.       Mesoniveau - de school  in het plaatselijk maatschappelijk leven.

De school streeft ernaar volop in het sociaal en cultureel leven te staan door het persoonlijk engagement van elke leraar.  Zij moedigt tevens de creativiteit aan, alsook interdisciplinaire wisselwerking tussen elk werkgebied waarbij de leerling de mogelijkheid tot initiatief en zelfstandigheid krijgt.

De academie zorgt voor opvoeding tot motivatie en een onderzoekende ingesteldheid: het leren ontdekken van nieuwe teksten en  partituren, van de ervaring van het ‘vrij’ beoefenen van muziek, dans en woord.

Handleidingen en werkmethodes dienen gekozen te worden op zulk een wijze dat de uiteindelijke vooruitgang maximaal is met de bedoeling het ‘leren leren’ en het ‘leren graag te leren’ ook buiten de school te ontwikkelen en te stimuleren.

Een lerarenkorps moet ook op onvoorziene omstandigheden kunnen inspelen en bij elke leerling:

  • ​de stand en de evolutie van het pedagogisch proces inschatten.
  • de leerdoelen ordenen volgens belangrijkheid en strikt omschreven inhoud.
  • het pedagogisch proces zowel plannen op de middellange als op de lange termijn.
  • voor de manieren van evaluatie welomlijnde criteria vooropstellen.

Ontwikkeling bij de leerling van de schoonheidszin volgens culturele patronen wordt hoog in het vaandel gedragen. De leerkracht wordt op die wijze een bestendige bron van culturele inspiratie voor de leerling en een houvast voor het ontwikkelen van een persoonlijk cultuurhistorisch besef.

De school staat in voor de verwerving van specifieke kennis en vaardigheden betreffende het instrument of, in het algemeen, het  expressiemiddel.  

Door middel van muziek-, woord- of danskunst worden vaardigheden ontwikkeld die in de  algemene opvoedingsdoelen kunnen ingeschreven worden: ontwikkelen van de nieuwsgierigheid, het logisch denken, de verbeelding, het organisatievermogen,  zelfstandigheid, persoonlijkheidsontwikkeling.
Deze lijst van doelen (uiteraard onvolledig) kan naar noodzaak verrijkt en verbreed worden. Zij moeten in elk geval door de leerkrachten op het eerste plan gesteld worden.

Het samenspel wordt in de muziekacademie in het bijzonder aangemoedigd. Ook begeleidingspraktijk en algemene muziektheorie geven steun tot deze vaardigheden , zowel vocaal als instrumentaal. Op die wijze kunnen de leerlingen een afgeronde veelzijdige en ernstige vorming bekomen door zich met elk van deze aspecten vertrouwd te stellen.

​

5.       Macroniveau

De gemeentelijke academie van Sint-Pieters-Woluwe, een aanzet tot hogere kunststudies en element van maatschappelijke cultuurbron.

Naast de persoonlijke ontplooiing en de artistieke onafhankelijkheid van de leerling stelt de school zich tot doel de leerlingen voor te bereiden op de toelatingseisen van het hoger kunstonderwijs om op die manier professioneel kunstenaar te worden. Hiervoor wordt een bijzonder doorstromingscurriculum ingericht. Het aantal leerlingen dat hiertoe uitgenodigd wordt is beperkt en wordt elk jaar met een zekere strengheid geselecteerd. De leerlingen die dit curriculum doorgemaakt hebben, blijken doorgaans deze voorbereiding wezenlijk te kunnen benutten in het hoger kunstonderwijs.

De modaliteiten van het decretaal Brussels samenwerkingsforum engageren de academie op permanente basis samen te werken met het onderwijsveld over netten en niveaus heen met de hogere overheden in het Brussels Gewest om op die wijze een  bestendige basis te vormen voor de vorming van de Nederlandstalige culturele identiteitsbron te Brussel.

​

6.       Oriëntering van de Pedagogische beleidskeuzes over tien beginselen

Tenslotte kan men de  inhoud van het hele artistiek-pedagogisch project samengevat oriënteren over tien beginselen: 

  • Openheid

    De school staat ten dienste van de gemeenschap en staat open voor allen, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, seksuele oriëntatie of nationaliteit.
     

  • Verscheidenheid              

    De school vertrekt vanuit een positieve erkenning van de verscheidenheid en wil waarden en overtuigingen die in de gemeenschap leven, onbevooroordeeld, met elkaar confronteren. Zij ziet dit als een verrijking voor de hele schoolbevolking.

​

  • Democratische instelling               

    De school is het product van de fundamenteel democratische overtuiging dat verschillende opvattingen over mens en maatschappij in de gemeenschap naast elkaar kunnen bestaan.
     

  • Socialisatie

    De school leert haar leerlingen samenwerken met anderen en stelt hen tot doel als volwaardige leden deel te nemen aan een democratische en pluralistische samenleving.
     

  • Emancipatie        

    De school kiest voor emancipatorisch onderwijs door alle leerlingen gelijke ontwikkelingskansen te bieden, overeenkomstig hun mogelijkheden. Zij wakkert zelfredzaamheid aan door leerlingen mondig en weerbaar te maken.
     

  • Totale persoonlijkheidsvorming

    De school erkent het belang van onderwijs en opvoeding. Zij streeft een harmonische persoonlijkheidsvorming na en hecht even veel waarde aan kennisverwerving als aan attitudevorming.
     

  • Aanbod van gelijke kansen          

    De school treedt compenserend op voor kansarme leerlingen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen.
     

  • Medemenselijkheid        

    De school voedt op tot respect voor de eigenheid van elke mens. Zij stelt dat de eigen vrijheid niet kan leiden tot de aantasting van de vrijheid van de medemens. Zij stelt dat een gezonde leefomgeving het onvervreemdbaar goed is van iedereen.
     

  • Europees burgerschap   

    De school brengt de leerlingen de gedachte bij van het Europese burgerschap en vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven.
     

  • Verdediging van de rechten van de mens            

    De school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind en ze neemt er de verdediging van op. Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand.

bottom of page